Frederik Vanden Brande

VERHAAL

In memoriam Frederik Vanden Brande

Op 2 november 2017 overleed Frederik Vanden Brande op 91-jarige leeftijd. Hij was in 1978 stichtend voorzitter en later erevoorzitter van het vzw Comité Jean Pain (CJP), dat in Vlaanderen vooral bekend werd door het bezoekerscentrum in Londerzeel.

Reeds op jonge leeftijd ontwikkelde Frederik een passie voor tuinieren. In Jette hielp hij zijn ouders de oorlog door te komen door groenten te kweken op enkele perceeltjes. Tijdens schoolvakanties deed hij extra ervaring op door te werken op boerderijen. Zijn liefde voor de natuur groeide, maar hij stoorde zich steeds meer aan het toenemende gebruik van pesticiden en kunstmest in de landbouw.

In 1969, terwijl hij een bakkerij en een groothandel in natuurproducten leidde, verhuisde hij met zijn gezin naar een oude hoeve in Londerzeel: het Hof ter Winkelen uit 1676. Hij ging meteen aan de slag in de tuin en experimenteerde met alternatieve teelttechnieken, waaronder composteren. Hij verwerkte onder andere de mest van de schapen en de ezel die in de boomgaard graasden. Al snel merkte hij echter dat de mest, hoewel rijk aan nutriënten, de planten kwetsbaarder maakte voor ziektes en plagen.

 

Ontmoeting met Jean Pain en de Doorbraak van Houtgewascompostering

In de zomer van 1975 las Frederik in een Brussels huis-aan-huisblad over de methode van de Franse boswachter Jean Pain. Deze methode zette snoeihout, verzameld bij het brandvrij houden van bosgebieden, om in vruchtbare compost. Dit was een openbaring voor Frederik. Destijds werd al het snoeihout, zowel van straatbomen als uit tuinen en parken, verbrand. Takkenversnipperaars bestonden wel, maar dienden enkel om het volume van het snoeihout te verkleinen voor de afvoer naar stortplaatsen, waar het alsnog werd verbrand. Het idee om snoeihout te composteren was revolutionair.

Frederik was niet iemand die afwachtte om te zien wat anderen met deze informatie zouden doen. Hij was een bevlogen, welbespraakte en overtuigende pleitbezorger, die tijdens lezingen en rondleidingen duizenden mensen inspireerde. Na het lezen van het artikel begon hij direct met experimenteren en raakte hij volledig overtuigd van de methode Jean Pain. Hij leerde Jean Pain persoonlijk kennen en een hechte vriendschap en nauwe samenwerking ontstonden. In 1976 vertaalde Frederik Jean Pains boek Un Autre Jardin (1973) in het Nederlands als Een Andere Tuin en gaf het in eigen beheer uit.

Dat jaar kende Europa een lange, droge zomer, maar de percelen die met houtgewascompost waren behandeld, bleven productief zonder ook maar één druppel water. Dit bevestigde de kracht van de methode en motiveerde Frederik om deze breder te verspreiden.

 

Oprichting van het Comité Jean Pain en Internationale Groei

Frederik besefte dat een wettelijk kader nodig was om de methode verder uit te dragen. In 1978 richtte hij daarom het Comité Jean Pain vzw op. Dit bood een structuur waarin een secretaresse, een technieker en een tuinman werden aangeworven en waarin vrijwilligers, groendiensten en openbare besturen betrokken raakten. Frederik bleef decennialang de drijvende kracht achter dit initiatief.

In 1979 vroeg Jean Pain om het CJP een internationaal karakter te geven. Vanaf dat moment kwam Etienne Bonvallet, Jean Pains neef en technisch medewerker, tweemaal per jaar naar Londerzeel om er stages te geven die voorheen in Frankrijk plaatsvonden. Daarnaast werden andere aspecten van de Methode Jean Pain geïntroduceerd op de pilootwerf, zoals warmterecuperatie uit composthopen en biogasproductie uit halfverteerde snoeihoutcompost.

Universitair geschoold, vijf-talig en met een diepgaande kennis van compostering, wist Frederik op een empathische manier diverse doelgroepen te bereiken: verantwoordelijken van groendiensten, bodemkundigen, beleidsmakers en onderzoekers. Vooral na een uitvoerig artikel in Het Beste van Readers Digest in 1981, dat in meerdere talen werd gepubliceerd, groeide de internationale interesse enorm. Het Comité Jean Pain ontving een vloedgolf van 15.000 brieven. Frederik beantwoordde ze allemaal, zonder de hulp van pc’s of internet.

Datzelfde jaar overleed Jean Pain aan kanker, waardoor Frederik een dierbare vriend verloor.

 

Compostering in Ontwikkelingssamenwerking en de Vlaamse Compostsector

In samenwerking met het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en de FAO gaf Frederik tientallen meerweekse stages aan honderden deelnemers uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Velen pasten de methode vervolgens toe in hun eigen onderzoeksstations en proeftuinen.

Ondertussen bleef het bezoekerscentrum in Londerzeel evolueren. Er werd volop geëxperimenteerd met nieuwe composteer- en kringlooptechnieken. Het mulchen van houtsnippers tussen struiken en vaste planten kreeg veel aandacht. Jean Cornelis, hoofd van de groendienst van Ukkel en ondervoorzitter van het CJP, speelde een cruciale rol in de promotie ervan.

Het secretariaat werd uitgerust met een composttoilet, in de boomgaard verving de mulchmaaier de traditionele grasmaaier en er werd een demonstratieplek ingericht voor thuiscomposteren. Geïnspireerd door een project in Quebec, stelde Frederik voor om compostmeesters op te leiden. Het CJP organiseerde honderden vormingssessies voor vrijwilligers in heel België. Later werd, in overleg met OVAM, de opleiding van compostmeesters overgedragen aan Vlaco vzw.

 

Houtgewascompostering in Vlaanderen en de Rol van Vlaco

Frederik bouwde een breed netwerk uit, waarin hij samenwerkte met tal van experts. Al tijdens zijn eerste composteerexperimenten in Londerzeel ontmoette hij Luc Vanacker, onderzoeker aan de UGent en later een van de oprichters van OVAM. Luc werd in 1978 een van de stichtende leden van het CJP en werkte aan alternatieven voor het storten en verbranden van organisch afval.

In diezelfde periode startte Frans Verschoot, voorzitter van de VELT-afdeling in Izegem, een kleine compostwerf in samenwerking met de plaatselijke afvalintercommunale. Snoeihout werd voortaan apart gehouden en gecomposteerd volgens de methode Jean Pain. Daarnaast werd ook steeds meer grasmaaisel aangevoerd, wat leidde tot onderzoek naar de haalbaarheid van compostering van een mengsel van houtsnippers en grasmaaisel.

Frederik en Luc Vanacker vroegen het CJP om hier onderzoek naar te doen. Ingenieur Filip Robinet kwam in dienst en zette gemengde proefhopen op. Hij begeleidde Frans Verschoot en ontwikkelde, samen met de Waalse machinebouwer Ménart, gespecialiseerde machines voor het hakselen, zeven en omzetten van compost. Door studiedagen en perscontacten groeide de bekendheid van deze technieken.

Naarmate de compostproductie toenam, besefte OVAM dat er behoefte was aan gestroomlijnde afzet, onderzoek en kwaliteitsnormen. In 1992 werd Vlaco vzw opgericht met Luc Vanacker aan het hoofd, wat het begin markeerde van een nieuw en boeiend compostverhaal in Vlaanderen.

 

Een Levend Erfgoed

Frederik Vanden Brande zag het Comité Jean Pain veranderen en evolueren. Zijn droom om zoveel mogelijk tuiniers aan het composteren te zetten en snoeihout op grote schaal te verwerken tot compost werd grotendeels werkelijkheid. Zijn verhaal en dat van Jean Pain zijn onlosmakelijk verbonden met de compostgeschiedenis in Vlaanderen en ver daarbuiten.

Uit het diepst van ons hart brengen we ook hulde aan zijn fantastische vrouw Lorraine, die hem al die jaren liefdevol bijstond.

— Gerrit Van Dale