Jean en Ida
Jean en Ida Pain
Een Frans echtpaar vestigde zich in 1969 als boswachters op een domein van 270 hectare in de Provençaalse “garrigue”. Jean Pain wilde vanaf het begin het gebied beschermen tegen bosbranden, die jaarlijks duizenden hectares bos in die regio vernietigen. Het struikgewas dat de grond bedekt, is zeer ontvlambaar. Het droge klimaat, met soms twee maanden zonder regenval, temperaturen rond de 40°C en de mistralwind, vergrootte het brandgevaar enorm.
Om dit risico te verkleinen, begon Jean Pain het struikgewas selectief te snoeien volgens een dambordschema. Hierdoor bleven bepaalde perceeltjes onaangeroerd, zodat de dieren in het gebied niet te veel verstoord werden.
Pain zag het gesnoeide struikgewas niet als afval, maar als een waardevolle grondstof en begon het te composteren. De geproduceerde compost gebruikte hij in een proeftuin, die hij aanlegde op een open plek in het bos. De oogsten in deze tuin, die uitsluitend met struikgewascompost werden bemest en niet werden begoten, waren buitengewoon weelderig. Dit trok de aandacht van eerst de lokale, daarna de regionale en uiteindelijk zelfs de nationale pers.
Jean Pain documenteerde zijn resultaten en publiceerde in 1972 het boekje Un autre jardin, dat later werd vertaald in het Duits, Engels, Spaans en Nederlands. Elk jaar verscheen een bijgewerkte editie en tegen de tijd dat hij in 1981 overleed, was het boek al aan zijn achtste druk toe.
Zijn visie was holistisch: niet alleen maakte hij de bodem vruchtbaar met compost, maar hij gebruikte ook de warmte die vrijkwam tijdens de broeifase van zijn composthopen om een serre te verwarmen. Daarnaast experimenteerde hij met de methanisatie van compost als alternatieve energiebron.
Waar hij aanvankelijk het struikgewas met een sikkel en snoeimes bewerkte, bouwde hij later een takkenhakselaar om dikkere takken te recycleren. Zo ontstond de Methode Jean Pain, die wereldwijd bekend raakte. Voor zijn werk werd Jean Pain door de president van Frankrijk tot Ridder in de Landbouworde benoemd.
In 1974 kwam Frederik Vanden Brande in contact met Jean Pain en besloot zijn methode in Vlaanderen uit te proberen. Hij vertaalde het boek van Pain in het Nederlands en startte in 1975 een experiment in Londerzeel. De resultaten waren veelbelovend en de interesse was groot. Toen Jean Pain de werf in Londerzeel bezocht, stelde hij voor een comité op te richten voor de verspreiding van de methode.
In 1978 werd de vzw Comité Jean Pain officieel opgericht, en steeds meer buitenlandse bezoekers kwamen naar Londerzeel. In de lente van 1981 publiceerde Het Beste van Readers Digest een uitgebreid artikel over de methode in 15 wereldedities, met een totale oplage van 30 miljoen exemplaren in 12 talen. Op aandringen van Jean Pain zelf werd het adres van de werf in Londerzeel vermeld. Enkele maanden later overleed hij, maar dankzij de massale respons (17.000 lezers reageerden op het artikel) werd de methode definitief wereldberoemd.
Aanvankelijk werden er, via ABOS, stages georganiseerd op de werf in Londerzeel en verschenen er projecten in verschillende landen. Meer dan 1000 landbouwkundigen uit ontwikkelingslanden werden opgeleid. Rond 1990 toonde de inmiddels opgerichte VLACO interesse om bezoeken en opleidingen voor compostmeesters te organiseren. In de loop der jaren documenteerden zo’n 6000 compostmeesters uit heel België zich in Londerzeel.
Nog steeds zetten compostmeesters zich in om organisch plantaardig afval om te zetten in bruikbare compost, voornamelijk voor particulieren. Ook landbouwers tonen steeds meer belangstelling voor dit waardevolle product.